Verreweg het grootste deel van de mensen die WMO- of AWBZ-zorg ontvangt voelt zich ‘machteloos’ en ‘onrustig.’ Dat blijkt uit een onderzoek van TNS Nipo in opdracht van GroenLinks. Het merendeel van de mensen dat langdurige zorg ontvangt tast in het duister over hoe hun zorg er na 1 januari uitziet.

Verontrustend is dat ze hun omgeving niet durven te vragen om zorg te leveren. Sterker nog, een meerderheid verwacht dat de omgeving zelf geen mantelzorg kan (of wil) leveren. Daarnaast verwachten ze hogere kosten en minder professionele hulp.

Er dreigt een zorgcrisis.

GroenLinks stelt voor dat het kabinet zo snel mogelijk een noodfonds voor schrijnende gevallen in het leven roept.

TNS Nipo heeft op verzoek van GroenLinks een onderzoek gedaan onder mensen die te maken krijgen met de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Wet Langdurige Zorg (WLZ), die per 1 januari in werking treden. Het onderzoek is gedaan onder een representatieve groep mensen, die momenteel onder de WMO- en AWBZ valt. Dit is het eerste grootschalige onderzoek dat  zich specifiek richt op zorgontvangers.

Tweede Kamerlid Linda Voortman: “Deze cijfers zijn zeer zorgwekkend, een zorgcrisis dreigt. Dit onderzoek maakt duidelijk dat met nog maar zes weken te gaan mensen niet weten waar ze aan toe zijn, maar het ergste vrezen. Negatieve gevoelens overheersen, mensen voelen zich machteloos en zijn nog steeds niet goed geïnformeerd.”

Het kabinet belooft op zijn voorlichtingswebsite betere ondersteuning thuis en meer maatwerk, zodat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Ook in de troonrede is door Koning Willem Alexander gezegd dat door het kabinetsbeleid cliënten het vertrouwde gezicht van hun zorgverleners blijven zien.

Linda Voortman: “Dit onderzoek toont aan dat mensen de beloftes van het kabinet niet geloven. De onrust en de zorgen zijn groot. Het kabinet moet nu maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de mensen die het hardst getroffen worden door de kabinetsplannen straks toch de zorg krijgen die zij nodig hebben. Het verliezen van passende zorg mag niet tot schrijnende situaties leiden. Ook na de decentralisatie blijft de staatssecretaris eindverantwoordelijk voor de zorg van iedereen."

Meer informatie