Algemene financiële beschouwing 2014 – uitgesproken door fractieleider Erik Nobel in de gemeenteraad op 27 oktober 2014.
Voor ons ligt de eerste begroting van het nieuwe college van Voorst. Wat als eerste opvalt, is dat de begroting niet sluitend is. Ik krijg de indruk dat het college de begroting sluitend wil krijgen door stevig te graaien in de algemene reserve vrij aanwendbaar.
Bij de vorige begrotingsbespreking, de begroting 2014-2017, heeft de raad een amendement aangenomen, dat tot doel had de begroting sluitend te maken. Daarvoor heeft de raad in grote eendracht afspraken gemaakt over verdergaande bezuinigingen, inkomstenverschuivingen en mogelijkheden om de inkomsten te vergroten.
In de perspectiefnota verwoordt het college haar eigen financiële uitgangspunt: Een structureel sluitende meerjarenbegroting. Indien door tegenvallers ombuigingen noodzakelijk zijn, dan wordt er gehandeld volgens de stappen opgenomen in het coalitieprogramma.
Voorzitter de begroting voor 2015 vertoont een tekort van 440.000 euro. De jaarschijf 2016 een tekort van 115.000 en de jaarschijven 2017 en 2018 komen maar net boven 0 uit met bedragen van 35.000 en 47.000 euro.
De ervaring leert dat door tussentijdse uitgaven bij de tussenrapportage en bestuur rapportage de begroting nog wat opgerekt wordt, zodat de plusjes voor 17 en 18 maar zeer twijfelachtig zijn. Twee strenge winters en we zakken onder 0. Zeker ook na de mededeling van de portefeuillehouder veiligheid, dat de bezuiniging van een ton op de brandweer niet haalbaar zal zijn. Daar waar de brandweer een eigenstandig orgaan is, waar we als raad weinig invloed op hebben, maar wel mogen betalen, kunnen we er nu al bijna zeker van zijn dat ook 2017 en 2018 negatief zullen eindigen.
Ik ben dan ook van mening dat het college met deze begroting niet voldoet aan haar eigen uitgangspunt, een sluitende meerjarenbegroting.
Het vorige college heeft een omvangrijke en ingrijpende bezuinigingsoperatie doorgevoerd. Niet prettig, maar wel noodzakelijk om onze financiële positie op termijn een draaglijk aanzien te geven, en ook noodzakelijk om weer het benodigde financiële vlees op de botten te krijgen.
Het huidige college lijkt daar nu dankbaar misbruik van te maken, door de reservepositie die zo zorgvuldig was opgebouwd leeg te graaien.
Gaten die er hier en daar vallen, worden gestopt door in te teren, en niet door de tering naar de nering te zetten. Ook hier voldoet het college dus niet aan zijn eigen uitgangspunten. U had namelijk een stappenplan dat u zou volgen indien bezuinigingen noodzakelijk zijn. Met nu al een tekort van 440.000 euro lijkt me dat u nu voorstellen op tafel had moeten leggen om te bezuinigen. Het college houdt zich dus niet aan de eigen uitgangspunten. Met de mond wordt het één beleden, maar het andere gedaan. Dit maakt al met al een weinig betrouwbare en solide indruk.
In plaats van te handelen, maakt u van de begroting een goocheldoos, met wethouder Van der Sleen als de nieuwe Houdini. Geketend aan zijn eigen uitgangspunten, weet hij op wonderbare wijze los te komen en ineens te verschijnen met een heel ander plan. Niks stappenplan, niks bezuinigen, maar een graait uit de reserves alsof het een konijn uit de hoge hoed is.
Het gevolg van al dit gegraai is dat de bodem van de schatkist nu in zicht dreigt te komen. Daarom moeten er cosmetische maatregelen genomen worden, om het geheel nog een beetje draaglijk aanzien te geven, zodat de provincie toch vooral niet ziet hoe men met de cijfers gegoocheld heeft. Gelden die gereserveerd zijn voor de WMO en het armoedebeleid worden straks overgeheveld naar de algemene reserve vrij aanwendbaar en kunnen dan net zo goed aan straatstenen besteed worden. Dit is overigens volstrekt in tegenspraak met de in de vorige raadsvergadering aangenomen motie over het labelen van de gelden voor het Sociale Domein.
Wij hadden verwacht dat het college nu een discussie over de kerntaken zou zijn gestart. Maar nog steeds niets van dat alles. Wel voorstellen op termijn, om met minder ambtenaren te gaan werken. Maar geen echte keuzes binnen de uit te voeren taken. Het college constateert nu al dat er knelpunten beginnen te ontstaan op de afdeling ruimte. Maar het blijft op de handen zitten.
Als het college was gekomen met voorstellen voor een fundamentele takendiscussie, dan hadden we het willen steunen en meedenken. Zelfs als het noodzakelijk is om daarvoor over onze schaduw heen te springen, zoals we vorig jaar bewezen hebben. Had u lef getoond, dan hadden we daar waardering voor kunnen hebben. Nu het niet verder komt dan financiële trucs en het graaien in de reserves, kunnen wij geen steun uitspreken. Voorst verdient visie en doortastendheid. Dat missen wij volledig en dat stemt ons treurig.